COLUMN
Als moeten weer mogen wordt
Je had het kunnen weten: als je ouders een eigen bedrijf hebben, ben je er onderdeel van voor je het weet. Van jongs af aan werden we erbij betrokken, gingen soms mee naar design-beurzen en hoorden veel namen.
David Pronker
Nu krijgen die een gezicht omdat ik met de Tegel Totaalauto voor allerlei klussen wordt ingezet. En ik leer elke dag van alles. Bijvoorbeeld dat Tatami de structuur is van een Japans matje. En dat is toegepast in The Unbound. Daar ga ik Renée en Jan ontmoeten, de ontwerpers van dit Boutique Hotel. Ik ken die omgeving wel, maar eenmaal op het terrein heeft het niets meer met de rook van Amsterdam te maken.
Ik word er lyrisch van. In contact zijn met de natuur, je zelf even resetten en opladen is voor de meesten erg van belang. The Unbound is de perfecte plek om al het mooie te omhelzen en er van te genieten. Met een fantastische tegelvloer, want daar kwam ik voor. En wat een fijne mensen die architecten. Er zijn veel raakvlakken tussen de modewereld waar ik in werk en interior design, dus we praten alsof we elkaar al veel langer kennen. Ik bel direct naar huis: Dit moet op de front!
Maar daar ga ik niet over. Ik mag naar de binnenstad van Utrecht voor een mega-restauratieproject: House Modernes. Ik krijg een heel verhaal mee over de geschiedenis en soorten tegels en vanuit welke hoek ik alles moet fotograferen. Ze zijn er nog druk bezig, ik moet niet in de weg lopen, maar hoe mooi is het om ook een stukje uitvoering te laten zien straks.
Intussen is er een grote uitdaging: Richard van der Maaten moet op de foto. De nieuwe man van Agrob Buchtal. Ook daar ontstaat vanzelf een vertrouwdheid, want we moeten zoveel bellen en mailen om elkaar te kunnen ontmoeten dat we er beiden om moeten lachen. Het wordt Utrecht en nu moet ik dus creatief denken. Want alle fotogenieke locaties zijn dicht. Iets met Agrob Buchtal… en dan duikt het bad Ondiep op in de wijk Ondiep. Ik heb voor de grap een zwembroek meegenomen en een badhanddoek. Bij het uitproberen van diverse posities klinkt het vanaf een fiets in plat Utrechts: Hé jochie je weet toch dat er geen water in zit, hè?’
Nu mag ik naar de saaie dingen. Gereedschappen en kennis maken met nieuwe mensen uit de lijmensector. Engbert Broekman zwaait de deur open in Breda. O Rubi, maar dat is Spaans. Ik heb jaren in Spanje gewoond. Rubi dat is Robijn. Inderdaad wat een edele machines. Ik ben geen grote klusser, maar hier word je blij van. Van Engbert ook. Hij straalt zoveel optimisme uit dat de foto’s niet kunnen mislukken. En de verkoop ook niet, denk ik.
Bij PCI even verderop weet ik mezelf echt goed kenbaar te maken. Voor wat couleur locale zet ik een wijnvat op de foto met de letters PCI en dat trekt al de aandacht van de portier. Ook hier is de ontvangst uiterst hartelijk. Ik mis nog wat producten, dus ik loop om naar een soort bouwmarkt waar je op afspraak naar binnen mag. Dat geldt niet voor mij. Maar als ik voor de derde keer bij dezelfde portier beland roept deze: ‘’Kom je hier wonen?’’
Wegwezen en schrijven. En retouren ophalen uit Barneveld bij de drukkerij waar ze me ook al kunnen uittekenen. ’’Ha, daar is Tegel Totaal. Gelukkig maar, want het zijn er best veel dit keer die teruggekomen zijn.’’
Na een steekproef blijkt dat veel adressen gewoon kloppen, maar de post is door de overbelasting hier en daar op tilt geslagen. Of ik ze maar even in stapels wil neerleggen bij Jan Groen, Trend Inn en Intercodam. Bij de laatste roept de receptioniste al: Hé David wil je koffie?
en ik hoor fluisterend zeggen: ‘’Dat is de zoon van. Hij gaat het bedrijf overnemen.’’
Zover zijn we nog niet, maar wel al een eind op weg om me thuis te voelen in de branche.
P.S De eindredacteur meldt net dat Tatami een judomat is. Zover reikt mijn sportkennis nog niet. ■