BEURS
Cevisama in Valencia blijft
een ontspannen ontmoetingsplek
Spaanse producenten met tentakels in alle stijlen
Na de explosie van de Cersaie waar internationaal alle producenten hun laatste nieuws tonen, blijft de Cevisama een verademing. Het heet al jaren de beste beurs voor contacten maar dat doet de beurs in Valencia tekort.
Renée de Haan en Matthijs Pronker
Veel Spaanse producenten tonen hier de sublimatie van wat er in september in Italië naar voren kwam. En ook steeds meer Italiaanse exposanten hebben weer een weg gevonden om een andere klantenkring te ontmoeten. Mede door de ruime opzet valt alles en iedereen hier meer op.
Belangrijke spelers
Na een teloorgang van de beurs tien jaar terug, heerst er nu rust met belangrijke spelers die veel klanten ontvangen en daar de tijd voor nemen. Ook ontbreken er een aantal kopstukken die voorheen altijd trouw participeerden. Als er geen nieuws te melden valt na Bologna, heeft dat inderdaad minder nut. Omgekeerd betekent dat ook dat veel exposanten juist wel de gelegenheid grijpen om na een winterstop alle nieuwe successeries bij te punten. Kortom voor de Spanjaarden is Italië een springplank en Valencia een mogelijkheid om meer de diepte in te gaan.
Alles wat we verwachten
En dat doen ze met alles wat we kunnen verwachten. Dus wilde marmers, ongekende hout- en parketinspiraties, vervaagde terrazzo- en kiezelpatronen, betonvarianten met rustige decors om te verlevendigen, encaustic patronen of kleurige tapijten; voor de vloer mag het rustig tot zeer sprekend.
Metallic
Metallic blijkt de nieuwe troef met geroeste imitaties, corten staal, maar ook in een fusion met levendige cotto. Waar enkele jaren geleden veel producenten op één thema voortborduurden omdat het verkooptechnisch veelbelovend was, zien we nu bij velen tentakels in alle stijlen. Bijna elke gerenommeerde stand is een minibeurs op zich. Hier ga je het vinden, in formaten die onderling te combineren zijn. Sereen, industrieel of folkloristisch, de klant hoeft maar te knippen en het rolt uit het assortiment.
Wandtegel
Van oorsprong zijn de Spanjaarden het sterkst in wandtegels dus, ook daar ligt een veld van ongekende mogelijkheden open. Kunstige tableaus, art deco patronen, jaren ’80 kleuren, prints van natuurlijke omgevingen, bloemendecors en vooral de ribbel blijkt een geliefd element. De tegel mag eigenlijk niet meer plat overkomen, dus driedimensionaal blijft prikkelen met af en toe nog een soort kussentjeseffect. De witte scherf in plaats van het duurdere gres porcellanato wordt weer volop benut en ook de glazuren komen rijk over. Een duidelijke terugkeer van de oude handvormtegels krijgt bij veel fabrikanten een craquelé effect mee.
Contrasten
De verschuiving ligt vooral in de contrasten. Waar eerst vloeren en wanden unaniem werden afgewerkt met één serie, mag het nu allemaal veel speelser en individueler ingevuld worden. De decortegel met één afbeelding is daarbij totaal verdwenen en ook de borduren of strips ter beëindiging van een wandvlak bestaan gewoon niet meer. Het heeft plaats gemaakt voor keramische stofferingen of spannende vlakinvullingen met marmers waarvan de aders doorlopen.
Vergane glorie
De ene replica beïnvloedt duidelijk de andere; vooral in de legpatronen. Met de mooiste houtimitaties ontstaan eveneens visgraten in betonlook. En overal zindert een hang naar vergane glorie doorheen. De nieuwe schoonheid van de imperfectie. Aangetast blijft zodanig in een keramische vertaling gevangen, dat het nooit meer gaat verouderen of verbladderen dan wel versplinteren. Het wordt dus steeds lastiger kiezen voor de handel om te weten waar straks de vraag naar toe gaat. Wat een aantal jaren als gewaagd overkwam, is nu al bijna geaccepteerd als prettig speciaal.
Herkenbare replica’s
Dat geldt zeker voor de formaten. Het is een dans tussen terugblikken naar mozaïek en 10 x 10 cm tegeltjes tegenover een vooruitstrevende blik op de grootste slabs ooit. Inderdaad, het zou zelfs goed samen kunnen gaan. Maar zover gaan de exposanten nog niet. Natuursteen heel goed imiteren met putjes of fossielen, dat appelleert aan een verleden van straten en pleinen. Daar gooi je niet even een glasmozaïekje in als decor. De replica’s moeten herkenbaar blijven en daar hoort ‘doorleefd’ goed bij. En de echte geglazuurde tegel mag ook weer helemaal meedoen. In schitterende diepe tinten, vaak weer in meer fases gebakken. Blauw en groen zijn hierbij de onbetwiste pareltjes met ook kobaltblauw als klassieker voor heel veel toepassingen aan de wand.
Grote formaten
Met de grote formaten loopt Spanje goed mee in de pas van de Italiaanse concurrenten. Maar het zijn minder merken die hier het voortouw in nemen. Grespania, Inalco en Neolith zijn op de beurs de sterkste spelers. Porcelanosa en Venis, alsmede Levantina, houden op dit punt het moois in eigen showroom. De toepassingen in keuken- en badkamerbereik liggen voor Porcelanosa gunstig omdat het in deze sectoren eigen productie heeft. Maar algemeen ontbeert Spanje belangrijke keukendesignmerken zoals de Italianen die legio kennen. Dat lijkt onbelangrijk, maar voor de afzet van keramische werkbladen is het wel handig om direct een joint venture aan te gaan met een bekende firma uit een andere branche. Dat lukt vanuit Spanje wel, zeker met een grote vernieuwde showroom waar de mogelijkheden breed worden uitgemeten. Maar het kost meer tijd en moeite omdat er internationale contacten gelegd moeten worden.
Hal 6
Als stimulans voor juist dit onderdeel was vorig jaar de al jaren verlaten Hal 6 nieuw leven ingeblazen. Daar stonden toen juist een aantal keukenfabrikanten die op de keramische werkbladen praktisch hun café inrichtten. Vol spanning verwacht je dan dat deze stap dit jaar verder door zou werken. Helaas was het een deceptie. De beurs kon die deelnemers blijkbaar niet verder motiveren, dus Hal 6 werd geregeerd door Neolith met een altijd fascinerend rijke aankleding van keukenbladen, kasten en tafels in creatieve marmerinterpretaties. Verder had iedereen een extra standje buiten de reguliere plek in de hallen, met uitzondering van een enkele exposant die alleen hier het nieuws kon promoten. Misschien ligt het ook wel gewoon aan de hal die gewoon zo armoedig is dat je niet van vintage kunt spreken. Daar past de keramische rijkdom gewoon niet meer in.
Gemist
Degenen die niet naar de Cevisama gingen hebben in elk geval de bezonkenheid gemist. Want na de wervelwind in Bologna alles goed op je laten inwerken en een tweede keuze maken, helpt echt. Zowel bij de exposanten zelf als voor de handel. En de altijd klinkende vraag ‘Heb je nog wat moois gezien?’ kan alleen beantwoord worden met de wedervraag of er nog lelijk gemaakte keramische producten waren. Nee dus.
Kritiek gaat vooral uit naar een aantal stands waar de ontvangst niet duidelijk is. Zonder gastheer of vrouw haakt de bezoeker daar af op contactuele motieven. En dat gebeurt in Spanje nog net te vaak, en altijd bij dezelfde exposanten. Dus je kunt nog zoveel investeren in producten en presentatie, het blijft de mens achter het product die het waarmaakt.
Overigens was het bezoekersaantal weer net iets hoger dan vorig jaar met in totaal meer dan 92.000 waarbij de opkomst uit Nederland en België vermeld werd als stijgend. De volgende Cevisama staat gepland voor 8 t/m 12 februari 2021. ■
U bevindt zich hier:
HOME
Een greep uit onze artikelen
Artikelen uit 2020
Artikelen uit 2020 - nr. 1
Spaanse producenten met tentakels in alle stijlen